‘MaaS heeft toegevoegde waarde, gedragsverandering is onzeker’
dinsdag 18 september, 2018In principe biedt Mobility-as-a-Service (MaaS) voldoende toegevoegde waarde om bepaalde groepen reizigers aan zich te binden, maar het is onzeker of MaaS in de dagelijkse praktijk leidt tot gedragsverandering. Dat is de hoofdconclusie van de brochure ‘Meer zicht op MaaS’ van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).
Volgens het onderzoek is het onwaarschijnlijk dat MaaS binnen enkele jaren tot forse verschuivingen in de dagelijkse mobiliteit zal leiden en tot een vermindering van bezit en gebruik van de privéauto. Wil MaaS een succes worden dan moet het in ieder geval autonomie en flexibiliteit bieden, betrouwbaar zijn en idealiter altijd en overal beschikbaar zijn. MaaS moet ook toegevoegde waarde bieden ten opzichte van de bestaande situatie.
Het onderzoek is gebaseerd op (inter)nationaal literatuuronderzoek door het KiM en gesprekken met diverse focusgroepen: bewoners van een grote en middelgrote stad en van het platteland. Zakelijke rijders zijn geen specifieke groep in het onderzoek. Volgens het KiM is het aannemelijk dat vooral jongvolwassenen in grote steden de ‘early adopters’ van MaaS zullen zijn. MaaS zal aanvankelijk vooral worden gebruikt voor incidentele verplaatsingen in de vrije tijd.
Strengere definitie
Wel pleit de organisatie voor een strengere definitie van MaaS aangezien veel partijen zich weliswaar MaaS noemen maar feitelijk niet verder gaan dan het bieden van reisinformatie. Initiatieven waarbij minimaal sprake is van de integratie van zoeken, boeken en betalen zouden zich MaaS mogen noemen. Een stap verder is dat aanbieders de complete dagelijkse mobiliteitsbehoefte faciliteert.
De resultaten zijn onderdeel van een uitgebreid en langer lopend KiM-onderzoeksprogramma naar MaaS, in opdracht van het directoraat-generaal Mobiliteit van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Vervolgonderzoek zal inzicht geven in de effecten van MaaS op voorkeuren en gedrag van verschillende bevolkingsgroepen. Deze onderzoeksresultaten worden verwacht in 2019.
Categorie: Geen