De mobiliteitsmarkt is tegenwoordig wel erg ‘stekker-gericht’ terwijl we moeten inzien dat elektrificatie van een vloot voor veel bedrijven niet direct haalbaar is. Of omdat het de investeringen niet aankan in nieuwe voertuigen en laadinfrastructuur of gewoon omdat het ontbreekt aan netcapaciteit. Doordieselen dan maar? Niet nodig, betoogt Joyce van Os de Man van het Nederlandse OG Clean Fuels. Er zijn genoeg niet-fossiele alternatieven; direct toepasbaar!
OG is uitgegroeid tot de snelst groeiende speler in de markt van duurzame mobiliteit. Wat in 2008 begon, is nu uitgegroeid naar een Internationaal netwerk in Nederland, Duitsland, Zweden en binnenkort ook in Italië. Het bedrijf is vooral bekend van groengas, ofwel Bio CNG. Dat produceert OG zelf, net als het zelf de tankstations bouwt. Maar inmiddels zijn er ook andere partijen die het Bio CNG aanbieden: in totaal zijn er nu tussen de 180 en 190 stations in Nederland die Bio CNG aanbieden. “CNG is goedkoop en voor veel bedrijven is de verkrijgbaarheid voldoende. Veel busjes van bijvoorbeeld schildersbedrijven rijden erop, en je ziet nu ook de particulieren de voertuigen kopen die uit de leasemarkt de occasionmarkt opkomen. In deze dure brandstoftijden kan je er financieel voordeel uithalen”, aldus Van Os de Man.
Joyce van Os de Man van het Nederlandse OG Clean Fuels
Maar OG levert een hele waaier aan alternatieve brandstoffen waaronder trouwens ook laadpalen (voorzien van groene stroom). Uitgangspunt van het bedrijf is met de mix van schone brandstoffen voor iedereen een passende groene oplossing te bieden. Want maatwerk is nodig, benadrukt Van Os de Man. “Je moet zaken niet opleggen aan bedrijven: een installatiebedrijf in Zeeland heeft weer heel andere behoeften dan zo’n zelfde bedrijf in Amsterdam. De markt probeert al die bedrijven in hokjes te duwen en 1 techniek op te dringen. Maar ondernemers weten prima zelf wat het beste voor hen is. Bovendien als ze erachter komen dat hun mooie plannen voor een eigen laadplein in Amsterdam pas in 2027 kan worden aangesloten op het net – wat realiteit momenteel is! – dan is het enthousiasme snel tanende. En dat moet je ten alle tijden voorkomen.”
Snelste ‘winstpakker’
OG staat als het ware een meer pragmatische keuze voor in de ‘worsteling’ van menig bedrijf die zijn mobiliteit wil verduurzamen. Want een worsteling is het voor veel ondernemers vaak, weet Van Os de Man. Bij OG helpen ze bedrijven door altijd eerst een scan te maken van het wagenpark en heel concreet te kijken wat en waar verduurzaamd kan worden. Daarbij helpt OG in het hele traject: van het uitzoeken van de voertuigen tot en met het verstrekken van tank- en/of laadpassen.
OG staat als het ware een meer pragmatische keuze voor in de ‘worsteling’ van menig bedrijf die zijn mobiliteit wil verduurzamen
De niet-fossiele brandstoffen die OG momenteel in het portfolio heeft, zijn – naast Bio CNG en groene stroom – Bio LNG dat vooral wordt ingezet voor het zware transport, HVO 100 dat als duurzaam alternatief voor diesel is en gewoon in ieder voertuig getankt kan worden en er is waterstof. Wat dat laatste betreft: OG exploiteert momenteel twee tankstations met groene waterstof voor personenauto’s (700 Bar) en een voor grote voertuigen (350 Bar). En er is een waterstof supercharger voor elektrische personenauto’s. Daarbij komt binnenkort een station op Schiphol gereed en zijn er nog een tiental waterstofstations in planning. Het is een brandstof – of feitelijk is het alleen een energiedrager – die snel in opkomst is. Maar HVO 100 is momenteel de snelste ‘winstpakker’ als het gaat om snelle verduurzaming van bijvoorbeeld de dieselbusjes. “De vraag naar HVO-100 is momenteel groeiend, ook al is de brandstof iets duurder dan ‘gewone’ diesel. Tegenwoordig zie je aan de pomp ook verschillende blends, bijvoorbeeld HVO-60 en HVO-75. Sommige fleetowners hebben ook eigen HVO-tankinstallaties. Het is in ieder geval een goed niet-fossiel alternatief als je niet meteen alle dieselvoertuigen de deur uit kan doen.”
Een waterstofstation in Amsterdam
Dat tussen theorie en praktijk niet zelden een brede kloof gaapt, moge duidelijk zijn. Volgens Van Os de Man dreigt alleen al een mismatch tussen de aantallen elektrische auto’s die straks (in theorie) op de markt moeten komen en de aanwezige laadinfrastructuur. Nog zo’n spelbreker is momenteel de lange levertijd van zowel auto’s als laadpalen. Kortom, meer maatwerk is nodig. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de klanten van LNG, doorgaans grote transportbedrijven. In Nederland momenteel een dure oplossing, maar in Duitsland wordt Bio-LNG (en ook Bio-CNG) fiscaal gestimuleerd. “Voor onze klanten uit de grenstreek van Duistland die lange ritten doen in dat land, kan het weer voordelig uitpakken. Zo moet je bij ieder bedrijf kijken waar de meeste milieuwinst snel te pakken is.”
