Van bedrijfswageninrichter bott mag TrendsinAutoleasing een dagje meelopen bij grootafnemer Medux (800 bussen, 400 auto’s waarvan 75% elektrisch), een bedrijf vol in transitie. De leasemaatschappij en het ombouwbedrijf schuiven aan. Al zijn de uitdagingen (enorm) groot, van paniek aan tafel geen sprake. Wel van een ongekende samenwerking. Een dreamteam. “Maar dat heb je ook hard nodig om alle uitdagingen aan te gaan”.
Want het is momenteel aanpoten in bestelautoland; volgend jaar moet er BPM worden betaald over de bestelauto waardoor ze fors duurder worden. Fleetowners die inzetten op elektrisch, hebben zo hun eigen uitdagingen – waaronder leveringsproblemen. De hele keten – van importeur en leasemaatschappij tot aan bedrijfswageninrichter en ombouwbedrijf – moet alle zeilen bijzetten.
Zo ook dus Medux, leverancier van revalidatie- en zorghulpmiddelen aan de zorg waaronder thuiszorgorganisaties, zorgprofessionals, zorgverzekeraars, ziekenhuizen en gemeenten. Het levert ook aan de mensen thuis; Medux wordt ook wel de ANWB van de hulpmiddelen genoemd. De organisatie telt maar liefst 2.700 medewerkers en een wagenpark van ruim 400 gele kentekens en 800 bestelauto’s. In 2021 is al de beslissing genomen het park te vergroenen; niet voor ‘de helft’ met plug in hybrides, zoals mobiliteitsmanager René Hoogakker van Medux het omschrijft, maar met vol-elektrische auto’s én bestelauto’s. Zo is het gekomen dat Medux momenteel de fleetowner is met het grootste aantal elektrische bussen, bijna allemaal Mercedes e-Vito’s en Sprinters. Elektrisch rijden moet ook wel, benadrukt Hoogakker. “Hoe blijven wij anders in de binnensteden komen als volgend jaar de zero emissions zones van kracht gaan?”
Huzarenstukje
Frans van Diepeningen, directeur van bott Nederland, spreekt van een huzarenstukje hoe Hoogakker in deze moeilijke markt zowel het wagenpark als de vergroeningsplannen hoog heeft weten te houden. Hij kan het weten, want iedere nieuwe bus wordt door Veth Automotive voorzien van een inrichting van bott. Opdrachten die automatisch binnenkomen zodra Hoogakker als het ware op de bestelknop heeft gedrukt. De importeur, de leasemaatschappij, Veth en bott kunnen dan meteen aan de slag waarbij iedereen precies weet wat die moet doen. Standaardisering is voor Hoogakker een hoog goed.
En wat betreft de huidige overspannen bestelmarkt? Eentje waar geen partij meer opkijkt van een bestelling van bijvoorbeeld 100 bussen? Waar in het verleden de vlag uitging, is het nu de markt afstruinen op zoek naar plukjes voorraad. Maar regeren is vooruitzien, benadrukt Hoogakker. “Veel ontwikkelingen zie je al ver van te voren aankomen. Dat de BPM-vrijstelling eraf zou gaan, wisten we natuurlijk ook al jaren. Net als de komst van de emissiezones. We mogen alles vinden van die plannen van de overheid, als bedrijf heb je ermee te dealen. We kunnen onze doorgaans kwetsbare eindklanten bovendien onmogelijk in de steek laten.”
Downsizen
Die nuchtere aanpak van Hoogakker blijkt ook illustratief hoe hij zijn mobiliteitsbeleid inricht en hoe de autoregelingen zijn opgesteld. Werknemers, vooral servicemonteurs, mogen hun bus gewoon mee naar huis nemen en – in het geval van een elektrische bus – als er binnen 100 meter geen openbare laadpaal aanwezig is, wordt er thuis een aangelegd. Op ieder dasboard zit een QR code met daarachter een door Mercedes geproduceerde video met uitleg en tips over de elektrische Vito. Maar eigenlijk wil Hoogakker de servicemonteurs nu in de kleinere e-Vito’s krijgen; velen rijden nog in de grotere Sprinter. Downsizen dus, deels ook om weer andere regelgeving: in veel gemeenten mag je na zes uur ’s avonds niet meer met een grote bus de binnenstad in. Of hij de monteurs meekrijgt in zijn plannen? “We hebben de grootste EV-criticasters, die ook tegen het downsizen zijn, zo’n nieuwe elektrische bus, voorzien van een prachtige inrichting van bott, meegegeven. Als proef. Nou, uiteindelijk zijn het onze grootste ambassadeurs geworden.”
We mogen alles vinden van die plannen van de overheid, als bedrijf heb je ermee te dealen
Het ambassadeurschap blijkt een belangrijke strategie bij Medux voor de adoptie van elektrisch rijden. Waarbij de berijders van meet af aan worden meegenomen in het waarom van de beslissingen. Eenzelfde beleid geldt voor de personenauto’s. Maar bestelauto’s is toch een andere tak van sport, weet Hoogakker. Een bestelauto is in eerste instantie toch vooral een half-fabrikaat. Hij moet nog helemaal worden aangepast aan de eisen van het bedrijf om zijn taak goed te kunnen uitvoeren. Daarom is de samenwerking tussen importeur, leasemaatschappij – Arval in dit geval – en Veth Automotive en bott zo belangrijk. Waarbij bp zorg draagt voor de laadinfrastructuur. “Het is belangrijke dat iedere partij meedenkt, helemaal als je zo’n transitietraject ingaat. Met alle partijen hier aan tafel hebben we regelmatig contact, geven tips over een bepaald aspect wat misschien beter kan. Helemaal in een markt waar de levertijden lang zijn, wil je voortdurend goed contact met al je leveranciers. Dat hebben we momenteel prima voor elkaar”, aldus Hoogakker.
EV goedkoper?

vlnr: Jordie Holla van Arval, Peter Keller van Veth, Frans van Diepeningen van bott en René Hoogakker
Zo zijn er samen met de leasemaatschappij ook uitvoerige berekeningen gemaakt over de total cost of ownership van de elektrische bussen. Met de subsidies erbij (Seba en MIA) kwam die voor de e-Vito voordeliger uit dan een dieselvariant. “Vanaf 1 januari gaat het plaatje natuurlijk weer veranderen: de subsidieregel Seba gaat er vanaf, maar aan de andere kant wordt er wel BPM geheven over een dieselbus. We verwachten dat EV dan weer goedkoper uitpakt. Het een en ander is nog een beetje afhankelijk van de restwaardeontwikkeling van zowel EV als brandstofbus en van de energie- en brandstoftarieven”, aldus Jordie Holla van Arval.
Monteurs zijn geneigd veel te veel mee te nemen. Dat moet vooral in een elektrische bus gewoon veel efficiënter – en dat kan ook!
Medux is echt een partij die nu ‘next step’ gaat, zeggen zowel Frans van Diepeningen van bott en Peter Keller van Veth Automotive. Ook zij moeten voortdurend meedenken hoe vooral om te gaan met de lading van de bus – het moet allemaal lichter en efficiënter. Van Diepeningen heeft daar inmiddels veel ervaring in: hij trekt als het ware regelmatig een bus leeg om te zien wat een berijder allemaal meetorst. Het adagium ‘meer is minder’ is hier van toepassing. Of zoals hij zijn queeste noemt: de strijd tegen de je-weet-maar-nooit-onderdelen. “Monteurs zijn geneigd veel te veel mee te nemen. Dat moet vooral in een elektrische bus gewoon veel efficiënter – en dat kan ook met onze inrichtingen. Maar ook hier geldt dat je ambassadeurs nodig hebt om het verhaal aan iedereen te vertellen”, aldus Van Diepeningen.
Bus van de toekomst
Keller zegt voortdurend te bouwen aan ‘de bus van de toekomst’. “Moeten we misschien een kast bouwen die iets naar buiten schuift bij gebruik? Waarbij we altijd weer gebruikers mee laten kijken. Laatste hadden we weer twee sessie met elk dertig man. Je krijgt dan altijd verschillende meningen, maar uiteindelijk zie je de rode draad. Daar gaan we dan mee aan de slag.” Waarbij er altijd zwartkijkers zullen blijven, benadrukken Keller en Van Diepeningen. Maar als men vervolgens ziet dat nieuwe werknemers er meteen mee uit de voeten kunnen en er helemaal tevreden mee zijn, dan weten ze dat het goed zit.
Het beleid van Hoogakker laat zich kortweg samenvatten in vier labels: pionieren, uitproberen, out of the box denken en vooruitlopen. Daarbij wil Hoogakker vooral rust in het wagenpark. “Ik wil overzicht hebben, weten waar ik aan toe ben. Die stip op de horizon is belangrijk voor ons, we weten waar we met ons wagenpark heen willen.”
Categorie: Bestelauto's / Logistiek






