NZMO: mobiliteitsbeleid kantelt, milieu op 1

Bij grote Nederlandse bedrijven is niet langer kostenbeheersing, maar duurzaamheid de belangrijkste factor in het mobiliteitsbeleid. Het aandeel bedrijven waar alleen nog maar voor een elektrische auto mag worden gekozen is in een jaar tijd verviervoudigd. Dat blijkt uit het Nationaal Zakelijke Mobiliteitsonderzoek 2022 gisteren gepresenteerd.

Al jarenlang zijn Total Cost of Ownership (TCO) en medewerkerstevredenheid voor bedrijven de belangrijkste criteria bij de inrichting van hun zakelijke mobiliteit. De laatste jaren neemt het belang van milieubewustzijn echter sterk toe. Inmiddels staat duurzaamheid op de derde plek; nog voor representativiteit, productiviteit en reistijd. Bij grote bedrijven (meer dan 1.000 medewerkers), staat het milieu zelfs op nummer 1.

Het een en ander blijkt uit het Nationaal Zakelijke Mobiliteitsonderzoek 2022, dat is uitgevoerd onder ruim 3.000 zakelijke reizigers en meer dan 800 bedrijven. Het onderzoek wordt sinds 2009 jaarlijks uitgevoerd. “Na veertien jaar zien we voor het eerst een duidelijk kantelpunt in het belang dat bedrijven hechten aan duurzame mobiliteit”, zegt hoofdonderzoeker Eric Vousten van bureau VMS Insight, dat het onderzoek in opdracht van vakblad Automotive Management uitvoert.

65% geëlektrificeerd

“Inmiddels mag bij meer dan 80% van de bedrijven gekozen worden voor een elektrisch voertuig (EV), in 2018 was dat nog geen 50%. Diesel mag nog maar bij 39% worden ingezet, tegenover 74% in 2018. En benzine mag bij 72% van de bedrijven gekozen worden; dat is dus minder dan voor EV. Bij 18% van de bedrijven hebben werknemers alleen nog de keuze uit EV of Plug-in EV (vorig jaar 4%).”

De vergroening van wagenparken verloopt daarmee sneller dan voorzien: de prognose van bedrijven is dat hun vloot in 2025 gemiddeld voor 65% zal bestaan uit (gedeeltelijk) geëlektrificeerde voertuigen.

OV en fiets

Gedreven door de economische groei en ongekende krapte op de arbeidsmarkt zal de totale vloot naar verwachting het komende jaar licht in omvang toenemen (+1,2%), vooral dankzij het MKB. Van de grote bedrijven voorziet een op de vijf verdere uitbreiding van de vloot, terwijl het dubbele aantal krimp verwacht.

Hoewel de leaseauto dus een prominente rol blijft spelen in de zakelijke mobiliteit, ook als aanjager van de verduurzaming, blijven vooral grotere bedrijven ook investeren in alternatieve vormen van mobiliteit voor hun medewerkers. Bij meer dan een kwart van de bedrijven is het stimuleren van OV gebruik een speerpunt. Thuis en hybride werken, mobiliteitsbudgetten, het gebruik van deelauto’s en de fiets van de zaak worden volop ingezet als aanvulling op het arbeidsvoorwaardenpakket.

Omgekeerde beweging

Vooral medewerkers die niet de auto als hoofdvervoermiddel hebben, geven aan te verwachten in de toekomst meer van deze diensten gebruik te gaan maken. Ook het einde van de coronapandemie geeft alternatieve vervoerswijzen een zetje in de rug: terwijl veel OV-reizigers door Covid overstapten op thuiswerk of een privéauto is nu een omgekeerde beweging zichtbaar: 9% van de privérijders verwacht komend jaar het OV of de fiets als hoofdvervoermiddel te gaan gebruiken.