Prinsjesdag: flink wat versoepelingen voor zakelijke mobiliteit

Niet alleen de rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM) wordt ‘versimpeld’, ook de pseudo eindheffing voor fossiele auto’s van de zaak, de MRB en de leasefietsregeling wordt aangepakt. Zo blijkt althans uit de plannen van het demissionaire kabinet gisteren gepresenteerd op Prinsjesdag.

Foto: Martijn Beekman / ministerie van Financiën

Volgens autofiscalist Heleen Elbert werd er op Prinsjesdag ontzettend veel autobelastingnieuws gepubliceerd, schrijft ze op haar website Auto & Fiscus. Al geldt ook hier de disclaimer: welke regelingen uiteindelijk uitgevoerd worden, hangt af van de Tweede en Eerste Kamer en van het toekomstige kabinet.

In deze Prinsjesdagplannen wordt bijvoorbeeld de pseudo eindheffing voor fossiele auto’s van de zaak (vanaf 2027) gemeld. Er wordt niet meer gesproken over een tarief van 52% over de bijtelling, maar 12% over de catalogusprijs van de (fossiele) auto. De regeling geldt niet als werknemers niet privé in deze auto’s rijden (ook géén woon-werkverkeer!). Er komt een overgangsregeling: zijn de auto’s er al voor 1 januari 2027, dan vallen deze pas vanaf 17 september 2030 onder deze eindheffing. De heffing is er puur voor de werkgever die als het ware meer loonbelasting gaat betalen.

Poolfietsen

Per 1 januari gaat er ook het nodige veranderen op motorrijtuigenbelastinggebied (MRB). Het was de bedoeling dat er voor een elektrische auto per 1 januari 75% motorrijtuigenbelasting betaald moet worden, maar dat wordt nu teruggebracht naar 70%. Wat betreft BPM: voor elektrische personenauto’s geldt inmiddels een vast bpm-tarief van 667 euro (wordt in 2026 687 euro door inflatiecorrectie). Op die vaste voet waren nogal wat uitzonderingen op (denk aan motoren, campers en rolstoelvervoer) maar die worden nu allemaal rechtgetrokken. Voor een elektrische motorfiets gaat een tarief gelden van 200 euro.

En dan de fiets van de zaak. Om het gebruik van de fiets te bevorderen, wordt een aantal uitzonderingen op de bijtelling (7%) toegevoegd. Zoals voor poolfietsen, deelfietsen, hubfietsen en andere fietsen die ‘niet meer dan bijkomstig bij het woon- of verblijfadres worden gestald’. Voor al deze fietsen hoeft dus geen bijtelling meer te worden betaald. Daarnaast geldt er ook geen bijtelling meer voor een fiets die weliswaar iets privé wordt gebruikt, maar niet mee naar huis gaat.

Last but not least is er natuurlijk de accijnskorting op brandstoffen die ook volgend jaar blijft bestaan. Dat plan was al eerder uitgelekt.