NZMO: minder EV’s en kosten zijn weer topprioriteit!

De instroom van volledig elektrische auto’s in de Nederlandse wagenparken gaat minder snel dan werkgevers in 2024 hadden gedacht. Het aandeel EV’s in wagenparken ligt dit jaar op 30 procent, aanzienlijk lager dan de vorig jaar voorspelde 39 procent. Bovendien: kostenbeheersing staat weer bovenaan de agenda.

Het een en ander blijkt uit het nieuwe Nationaal Zakelijke Mobiliteitsonderzoek (NZMO). De 2025-editie laat ook zien dat de instroom van plug-in hybrides juist sneller gaat dan verwacht: ze vormen nu 15% van de vloot. Voor veel bedrijven zijn PHEV’s een pragmatische tussenoplossing om zowel duurzaamheid te bevorderen als rijbereik en gebruiksgemak te waarborgen. De obstakels bij volledig elektrische auto’s zijn beperkte thuislaadmogelijkheden (68%), hoge catalogusprijzen (57%) en bezorgdheid bij de medewerkers over actieradius (57%).

Overigens neemt de weerstand tegen EV’s wel af: rijders die nu nog fossiel kiezen, noemen minder vaak actieradius, laadtijd of kosten als harde barrières dan een jaar geleden. Voor 2026 voorzien bedrijven dat 35% van hun vloot elektrisch zal zijn. Daarmee zijn de verwachtingen gematigder dan een jaar geleden. Ook voor 2030 zijn bedrijven minder optimistisch. Zij gaan uit van een EV-aandeel van 51 procent, waar vorig jaar nog werd uitgegaan van 61 procent.

Kostenbeheersing

Na enkele jaren waarin duurzaamheid en medewerkerstevredenheid centraal stonden, zijn kosten in 2025 opnieuw de belangrijkste factor bij de inrichting van zakelijke mobiliteit, zo blijkt verder uit het NZMO. Zes op de tien bedrijven noemen kosten als topprioriteit, een duidelijke stijging ten opzichte van 2024 (53%). Er is algemene consensus dat het gemiddelde maandnormbudget zal gaan stijgen.

Aan de andere kant: de groep die juist verwacht dat het maandnormbudget voor de zakenauto wordt verlaagd, is iets groter geworden (19% in 2025, tegenover 15% in 2024). Hieruit is af te leiden dat budgetdruk en efficiënt wagenparkbeheer meer leidend worden bij investeringsbeslissingen.

Van stimuleren naar verplichten

Ook leert het onderzoek dat bijna een derde (31%) van de zakelijke automobilisten in Nederland door hun werkgever wordt verplicht om in een elektrische auto te rijden. Dit percentage ligt aanzienlijk hoger dan een jaar geleden (22%). Bij huidige EV-rijders geldt deze verplichting zelfs in 51 procent van de gevallen. Dit maakt duidelijk dat het mobiliteitsbeleid van veel, met name grote, bedrijven verschuift van ‘stimuleren’ naar ‘verplichten’.

Het aandeel bedrijven dat een CO2-limiet hanteert, stabiliseert op 47 procent. Grote ondernemingen (>1.000 medewerkers) lopen voorop: daar werkt inmiddels 85 procent met een emissiegrens, vaak direct op 0 gram CO2. Overigens lijken nieuwe mobiliteitsvormen steeds beter voet aan de grond te krijgen. Vooral mobiliteitsbudgetten en de fiets van de zaak winnen langzaam terrein: 19% van de bedrijven biedt een mobiliteitsbudget aan, terwijl ruim een vijfde van de zakelijke rijders aangeeft in de toekomst gebruik te willen maken van een fietsregeling.

Keuze zakenauto’s

Waar voorheen fiscale bijtelling vaak doorslaggevend was, draait de autokeuze nu om luxe, comfort, hoge zit en merkidentiteit. Dit komt mede doordat de bijtelling voor alle auto’s 22 procent wordt in 2026. Nieuwe merken als BYD en Zeekr profiteren hiervan: uitstraling en actieradius wegen steeds zwaarder mee bij de zakelijke rijder. In de lijst van populairste zakelijke modellen maken compacte elektrische auto’s een duidelijke opmars. De Kia EV3, Škoda Elroq en Renault Scenic winnen terrein, terwijl ook de plug-in hybride stevig vertegenwoordigd blijft. Daarbij verschuiven merkvoorkeuren: Cupra is dit jaar het aantrekkelijkste merk, terwijl Volvo terugvalt en nieuwe merken als Xpeng serieuzer overwogen worden.

Aan het onderzoek deden dit jaar meer dan 2.500 zakelijke reizigers en zo’n 550 bedrijven mee.