IT-bedrijf ontwikkelt ‘standaardtaal’ voor MaaS-diensten

Een landelijk functionerend MaaS-systeem is een stap dichterbij gekomen door de realisatie van een landelijke communicatiestandaard. Dat meldt althans IT-bedrijf InTraffic. Zo’n gezamenlijke ‘taal’ moet het voor alle partijen in een MaaS-dienst gemakkelijk maken om met elkaar data te delen.

InTraffic is onderdeel van een werkgroep die van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de opdracht kreeg om een standaard te ontwikkelen. “Deze taal is een garantie dat alle spelers in het MaaS-systeem makkelijk informatie kunnen uitwisselen”, stelt Pim van der Toolen van InTraffic.

De werkgroep heeft de afgelopen 1,5 jaar voor de hele MaaS-reis precies vastgesteld welke informatie gecommuniceerd moet worden. Wat komt een reiziger allemaal tegen bij het plannen, boeken en betalen van een reis? Een reiziger kan bijvoorbeeld informatie vragen over een reis van A naar B, de mogelijke vervoersopties en de prijs daarvan. Daarop moet de mobiliteitsaanbieder informatie terugsturen. En dan is het voor Mobility as a Service niet alleen voldoende dat de reiziger te horen krijgt of er deelsystemen bestaan op het traject, maar ook of die deelfiets bijvoorbeeld op dat specifieke moment beschikbaar is. Daar zijn nu standaardberichten voor gemaakt, aldus InTraffic.

Verplicht

In de werkgroep hebben een dertigtal partijen samengewerkt, waaronder IT-bedrijven maar ook vervoerders en deelfiets- een deelauto-aanbieders. InTraffic benadrukt dat de nieuwe taal een eerste versie is. Het moet nog worden doorontwikkeld. Wel heeft het ministerie de taal al verplicht gesteld voor de zeven MaaS-pilots uit de eerder opgestelde raamovereenkomst. Onderdeel daarvan is de MaaS-dienst die vanaf 2020 van start gaat op de Amsterdamse Zuidas. Vorige maand werd bekend dat het consortium van Radiuz, Amber en Over Morgen de selectieronde van de gemeente Amsterdam had gewonnen om deze MaaS-dienst te starten.

In juni kwam ABNAMRO met een studie dat stelt dat de MaaS-markt op termijn goed zou zijn voor ruim 14 miljard euro.